Kun je me vergeven?
‘Kun je me vergeven?’. Het was een vraag die haar geboortemoeder al vaker had gesteld aan haar ter adoptie afgestane kind, mijn cliënte. En die vraag irriteerde mijn cliënte enigszins.
Vergeving vragen is de overtreffende trap van ‘sorry’ zeggen.
De vraag om te vergeven vraagt in wezen om grootmoedigheid. Om in dit geval je geboortemoeder te ontslaan van de last van schuld die deze met zich draagt. Om grootmoedig over je eigen aangedane pijn heen te stappen. Als mijn cliënte haar moeder zou vergeven, zou moeder misschien weer verder kunnen. Maar was cliënte al zo ver? Vergeven worden en kunnen vergeven zijn processen die in deze elkaar nodig hebben.
Hoe helpt vergeven de geboortemoeder en mijn cliënte?
Bidden, biechten en boete doen
Het woord ‘vergeving’ kent iedereen, heeft iedereen wel beelden bij. Voor mij is het een begrip wat me wat zalvig in de oren klinkt. In de tijd dat mijn ouders nog kind waren ging men elke vrijdag te biecht bij meneer pastoor en werd men na bijvoorbeeld 3 ‘wees ge groetjes’ vergeven.
In een blog heb ik een aantal jaar geleden biechten en vergeving uitgewerkt. Bij biechten gaat het dan om vergeven te worden. Volgens de (Rooms Katholieke) Kerk belijden we onze zonden opdat we worden vergeven van onze zonden. Volgens Wikipedia verleent de priester de boeteling “vrijspraak en vrede” door de sacramentele absolutie, de vorm waardoor de genade van vergiffenis geschonken wordt.
Er zijn drie voorwaarden voor de absolutie:
- de essentie van het gehele verhaal moet verteld worden, dat wil zeggen alle begane doodzonden en bij voorkeur ook de kern van de dagelijkse zonden
- de boeteling moet berouw tonen en
- moet het voornemen hebben zijn leven te veranderen.
Nu heb ik persoonlijk niets met bidden, biechten en boete doen maar de essentie van deze gedachte kan ik niet onzinnig vinden.
Om verder te kunnen (en dat kun je absolutie noemen of vergeven worden) met wat is aangedaan zal men onder ogen moeten zien wat is gebeurd. Wat heb je gedaan, wie heb je dat aangedaan? Hoe erg is het wat je hebt aan gedaan en hoe ver reikt dat? En als men werkelijk ziet wat is aangedaan kun je daarop reflecteren. Dat reflecteren lijdt dan tot spijt of berouw. Waarna je een voornemen kan hebben tot het implementeren in je leven.
Het gaat mijns inziens hier om oprecht verantwoording nemen voor je eigen gedrag of aandeel.
Vergevingsarbeid
Aan deze 3 voorwaarden voldoe je natuurlijk niet even in het biechtgesprek met je toehoorder. Hier gaat vergevingsarbeid aan vooraf.
Deze geboortemoeder lijdt ook onder wat ze heeft gedaan. Vermoedelijk onder grote druk van geestelijken en verzorgenden, overigens. Deze moeder is haar kind kwijt, heeft haar kind niet zien opgroeien. En ze heeft met een groot geheim geleefd. Misschien heeft deze moeder ook wel vergeving gevraagd aan haar echtgenoot.
Maar deze moeder heeft nog geen oprechte verantwoording genomen voor de pijn van haar dochter. En dat is waarschijnlijk waarom mijn cliënte moeite heeft met de vraag naar vergeving. Is haar pijn voldoende gezien en onderkent? Wanneer mijn cliënte erkenning krijgt voor haar pijn zal haar vergevingsarbeid gemakkelijker zijn. Zal ze gemakkelijker grootmoedig over haar pijn heen stappen.
Erkenning voor het lijden
Maar alleen verantwoording nemen teneinde vergeven te worden gaat me iets te kort door de bocht. Ik mis ook de erkenning voor het lijden van deze moeder.
Verschillende wijsgeren/ filosofen hebben eea beschreven over het proces van vergeven. Zo heeft psychotherapeut en priester J. Monbourquette (1933-2011) een integraal 12 stappen vergevingsmodel beschreven. Waarbij ik moet denken aan de rouwstadia die dr. Kübler Ross omschreef. Inmiddels hebben we ontdekt dat niemand deze rouwstadia in deze keurige volgorde doorloopt. Iedereen rouwt in zijn eigen tempo, volgorde en tijdspad. Zo denk ik dat de alle items van het integrale stappen vergevingsmodel zijn waarde heeft. Maar dit zal voor een ieder in een eigen tempo volgorde en tijdspad zijn.
Zelfvergeving
Eén van die 12 stappen gaan over zelfvergeving. De biecht besteed hier geen aandacht aan. Toch is zelfvergeving nodig. Om met mildheid en compassie te kunnen kijken naar de omstandigheden waarin ze tot het afstand ter adoptie doen van haar dochter kwam. Acceptatie dat je mens bent in onmenselijke omstandigheden. Wanneer het niet lukt om met mildheid en compassie naar jezelf te kijken rest zelfverachting.
Een ander vergeven is een proces. Vergeven doe je áán de ander. Het lijkt daarmee of de ander daarmee gemoeid is. Maar het is vooral een (verwerkings) proces van het zelf. Ergens over heen stappen, je pijn, het aangedane.
De Dalai Lama heeft daarover gezegd: Vergeven gaat niet over de ander, maar over jou. Vergeven is loslaten van een last die jij met je meedraagt.
Ik ben het daar zeer mee eens. Verwerken en vergeven gaan tot op zekere hoogte hand in hand. Eerst moet er iets met de pijn van het leed.
Mijn cliënte kon zich niet voorstellen dat vrouwen, moeders het opgebracht kregen om hun kind, haar in dit geval, af te staan. Een moeder mag haar kind niet afstaan! Zoiets doet een moeder niet! Hier gaat het over het kwetsuur. Over de pijn en verdriet, maar ook over boosheid. De andere stappen die Monbourquette beschrijft gaan over verwerken. Van de pijn erkennen alsook de boosheid, om verlies kunnen rouwen en het belang van kunnen delen met iemand die werkelijk kan luisteren.
Verwerken als onderdeel van vergeven.
In ons dagelijks werk als therapeut komen we leed tegen. Leed wat is aangedaan. Als therapeuten zijn we geneigd vooral in te zoomen op het lijden, en het verwerken van dat lijden. Het verwerken van het aangedane leed. En toch is ook nodig verder te kijken naar de last die men met zich mee draagt. Want die last gaat ook over de ander die iets heeft aangedaan.
Mijn collega spreekt altijd over ‘iemands goede reden’. Daarmee bedoelde ze niet dat iets moreel of ethisch juist was, maar nodigde ze je uit je te verplaatsen in het perspectief van die ander. En vanuit dat perspectief van de ander diens gedrag of keuze te verklaren of te begrijpen. Wat gaat over stap 7, begrip op brengen voor de dader.
Pas toen cliënte een stukje verder was in haar verwerkingsproces kon ze zien en bedenken hoe haar moeder onder druk heeft gestaan indertijd. Dat het voor haar moeder niet gemakkelijk geweest moest zijn om zo’n besluit te nemen. Dat ze dit kon inzien, verkleinde niet het aangedane onrecht. Dat was daarmee niet weg. Maar het verlichtte wel de last die cliënte droeg. En daardoor wellicht ook wel de last die haar geboortemoeder droeg.
In dit geval gaf het een opening naar het opbouwen van een moeder – dochter relatie.
Verwerken, vergeven en herstel
Toen de geboortemoeder wederom vroeg om vergeving heeft cliënte geantwoord: ‘Je had me nooit mogen afstaan!’. Cliënte deed daarmee recht aan haar pijn van afgestaan zijn. Tevens deed ze recht aan haar verlangen naar een band met haar moeder. Tegelijk verwees ze naar de (gedeeltelijke ) verantwoordelijkheid voor het lijden.
Het gaat in dit voorbeeld gaat het niet om een spiritueel of religieus vergeven. Deze mensen is iets overkomen. Dit heeft een gat geslagen in het leven van zowel mijn geadopteerde cliënte als dat van haar moeder. Beiden moeten zich verhouden tot dit onrecht, dit leed. Doordat ieder zijn eigen verwerkingsarbeid heeft gedaan kan men toekomen aan een stuk vergevingsarbeid. In dit geval helpt het bij het herstellen in het hernieuwd contact.